“We live in a culture of never enough: Never good enough, skinny enough, popular enough, never enough Twitter followers,…
Brené Brown
And there’s only one way out of scarcity and that is enoughness. At some point, we just need to say “enough”: I am enough. What I‘m doing is enough.”
Ik heb een eigen supportersclub die mij steunt bij alles wat ik doe – of toch bij de meeste dingen – en bij alle gevoelens die ik voel. Ze zijn niet met zovelen, maar ze geloven in mij en op hen kan ik altijd rekenen. Het is een nooit aflatend (over)enthousiast allegaartje dat bestaat uit me, myself and I.
Ik ben degene die mij altijd aanmoedigt. Ik ben een kei in mezelf opvrolijken. Ik troost mezelf als het even wat minder gaat, en ik vergeef mij wanneer ik een fout heb begaan. Ik geef mezelf goede raad of een schop onder de kont, wanneer ik dat nodig heb. En ik spreek mezelf met regelmaat streng toe wanneer ik, gelijk een kleuter, dingen wil die onmogelijk zijn (zoals bijv. elke minuut van de dag 3 keer spenderen).
En you know what? Die ondersteunende rol, die ligt mij behoorlijk goed. Met de hulp van podcasts en boeken, en door zelfreflectie, gesprekken en het schrijven van artikels op deze site, sta ik vandaag mentaal een stuk sterker in het leven dan pakweg zo’n 3, 4 jaar geleden.
Deze 5 positieve gedachten helpen mij vooruit.
Misschien heb jij er ook iets aan.
1. “Problemen zijn er om opgelost te worden”
Hell Yeah! Dat zinnetje zeg ik luidop tegen mezelf telkens wanneer ik met de handen in de haren zit bij een of ander probleem. En dat gebeurt vaak.
Voor mij betekent het dat er voor quasi(*) elk probleem een oplossing bestaat, en dat ik die hoe dan ook ga vinden (ook al heb ik geen flauw idee hoe eraan te beginnen). Daar ben ik met elke vezel van mijn lijf van overtuigd.
En de praktijk wijst uit dat ik gelijk heb. De meeste problemen krijg ik uiteindelijk zelf opgelost, en af en toe vraag ik anderen om raad of om hulp. Maar een oplossing komt er sowieso.
Geloven dat iets je gaat lukken, is al de helft van de oplossing. Denk je dat je het niet kan, dan begin je er niet eens aan, of je haakt bij de eerste de beste moeilijkheid af (‘zie je wel dat het niet gaat?’).
Wéét je daarentegen gewoon dat die oplossing er komt, dan rest er alleen nog de vraag: “wat is de volgende stap?”.
Geloof me, er zijn bitter weinig problemen die voor eeuwig onopgelost blijven (of het moest natuurlijk het steeds groter wordende drama van de Belgische begroting zijn).
2. “Sometimes, the most productive thing you can do, is relax” (100% waar!)
Hoe geweldig is dat?! Alsof je van de kosmos zelf de toestemming, nee de opdracht(!) krijgt om te ontspannen, zonder schuldgevoel om alles wat je op dat moment niet aan het doen bent.
Ontspannen is de boodschap. Als je het niet doet om jezelf een plezier te doen, doe het dan uit naam van de productiviteit!
3. “Falen is mijn grootste leermeester”
Wanneer ik faal, leer ik bij.
En verder niets.
Waar komt ‘onze’ verkrampte relatie met het woord ‘falen’ toch vandaan? Want het betekent in feite maar zoveel als: ‘ik heb iets geprobeerd, en het is niet gelukt’. En dat levert waardevolle nieuwe inzichten op, die je op een andere manier wellicht nooit had opgedaan:
– ‘Deze studie is misschien toch niet zo mijn ding.’
– ‘Dit werkt niet. Hoe komt dat? Wat kan ik in het vervolg anders en beter doen?
– Ik probeer het nog eens, maar deze keer pak ik het anders aan.’
– ‘Mijn area of exertise ligt duidelijk ergens anders. Ik zoek verder.’
– …
Fouten zijn goed. Fouten maken is een teken van groei, van leren en van lef.
Het betekent dat je nieuwe dingen durft aan te pakken, dat je bereid bent om te missen en daaruit te leren, en het betekent dat je je niet laat afschrikken door omstandigheden waarvan de uitkomst onzeker is.
Door dingen te doen, fouten te maken en bij te sturen, leer je meer dan je ooit kunt leren uit eender welke cursus of boek. Het is een noodzakelijke leercurve waar je doorheen moet. Een peuter die niet durft te vallen, zal nooit leren stappen, ook al heb je hem nog zo goed uitgelegd hoe hij dat precies moet doen.
“Sometimes you win, sometimes you learn.“
(John C. Maxwell)
Dat is de titel van een New York Times bestseller, van John C. Maxwell. De ondertitel is: “Life’s greatest lessons are gained from our losses”. Als je het niet gelooft van mij, neem het dan aan van hem.
4. “De afwasmachine leeghalen kost 3 (!) minuten”
Can you believe it? Ik alleszins niet toen ik het voor de eerste keer las. Maar ik heb er de chronometer bij gehaald en het klopt. Drie armzalige minuten. That’s it.
Als dat geen positieve gedachte is!
Blijft natuurlijk nog de vraag hoe die mij sterker maakt.
Awel,
in een vroeger leven – de tijd vóór de 3 minuten openbaring – liet ik na het avondeten nogal eens de vuile pannen en borden in de keuken staan. Dat was niet míjn schuld maar die van de afwasmachine die nog vol zat met propere vaat. Het ding eerst nog uitladen leek een taak die een eeuwigheid duurde, en waarvoor de moed me op dat moment meestal ontbrak.
Maar tegenwoordig stort ik me ‘s avonds, met die 3 minuten stevig in mijn hoofd geprent, nog vol overgave op mijn afwasmachine. In no time heb ik hem leeggehaald en zijn de vuile potten en pannen van het aanrecht verdwenen.
Een propere keuken… het kan zo’n deugd doen.
Een belangrijk weetje is dat vooral voor vrouwen – en zeker voor dit exemplaar (ik dus) – geldt dat een opgeruimd huis / keuken een opgeruimd hoofd met zich meebrengt.
Kijk zelf maar hoe dat werkt:
Rust in mijn hoofd dus.|
En geloof me, dat is goed voor alles. En zeker ook voor mijn mentale kracht.
5. “Ik ben goed genoeg”
Ik ben goed genoeg, gewoon zoals ik ben, zonder dat ik daarvoor iets buitengewoons hoef te presteren, of ergens beter in hoef te zijn dan een ander.
Ik hoef niets te bewijzen – niet t.o.v. mezelf en al helemaal niet tegenover anderen. Ik kan succes hebben, maar het bepaalt niet mijn identiteit, en ik heb het ook niet nodig om mijn gevoel van eigenwaarde mee op te krikken.
Het heeft wel wat tijd gevergd om tot op dat punt te komen, want gedurende lange tijd hing ik zoals zovelen mijn identiteit op aan mijn prestaties. Maar vandaag de dag hoeven mijn huis en mijn tuintje niet langer de plaatjes uit de boekjes te overtreffen. Tegenwoordig hoef ik niet langer te imponeren met mijn opleiding of job. Vandaag streef ik niet langer naar ‘het ideaalplaatje’.
Die ommezwaai in mijn hoofd was niet evident, want het druist in tegen zowat alles wat ik(/wij?) ooit geleerd heb(ben), en onze prestatiegerichte en met sociale media doorspekte maatschappij helpt ook al niet erg.
Maar ik heb het geluk dat ik over een trouw supportersclubje beschik, sympathisanten die onvoorwaardelijk van mij houden en in mij geloven, maar die zich evengoed realiseren dat mijn prestaties van mij geen beter mens maken.
Want wat mij betreft wordt ‘de waarde van een mens’ – wat dat ook mag betekenen – niet bepaald door het merk van zijn auto of de omvang van zijn huis, niet door zijn bankrekening, sociale status of job titel, niet door looks of leeftijd, of eender wel persoonlijk succes dan ook.
Waar het voor mij echt om draait, dat is hoe je omgaat met anderen, dat is je empathie, dat zijn je waarden en je integriteit, en de moed om daarnaar te handelen, ook wanneer dat soms lastig is.
(zeg dat ik het gezegd heb 😉)
Hierboven genoemde gerelateerde artikels:
- Waarom geregeld nietsdoen goed voor je is – en hoe je dat doet
- Verlangen naar succes? Laat faalangst je niet hinderen.
(*) Mijn optimistische houding ten aanzien van problemen heb ik wellicht van mijn vader, die vroeger altijd zei: “Voor elk probleem is er een oplossing.” Mijn eigen lijfspreuk: ‘Problemen zijn er om opgelost te worden’, is een iets afgezwakte versie daarvan. Want ik heb ondertussen genoeg littekens op mijn ziel om te weten dat er wel degelijk problemen zijn waarvoor geen oplossing is – al denk ik daarbij niet zozeer aan praktische problemen.